Aanmelden bij de Trombosedienst
Uw huisarts of specialist kan u aanmelden bij de trombosedienst van Zuyderland Medisch Centrum als u trombose hebt, of als u trombose hebt gehad. Uw arts kan dit ook doen als u een aandoening hebt waarbij het risico op het ontwikkelen van trombose verhoogd is. De aanmelding gebeurt altijd via een (her)aanmeldingsformulier Zuyderland Trombosedienst. Dit aanmeldingsformulier bevat relevante medische en niet-medische gegevens en moet volledig ingevuld en ondertekend zijn door de aanvragend arts.
Intakegesprek
Hierna maken wij met u een afspraak voor een intakegesprek. Tijdens dit gesprek, dat zal plaatsvinden in Zuyderland Medisch Centrum, krijgt u uitleg over de antistollingsbehandeling en de werkwijze van de Trombosedienst. Het intakegesprek valt meestal samen met de eerste bloedafname.
Uw bereikbaarheid
Het is belangrijk om op de dag van de bloedafname ’s middags tussen 12.30 en 17.00 uur telefonisch bereikbaar te zijn. Het is namelijk mogelijk dat direct een aanpassing van uw dosering nodig is. Bijvoorbeeld omdat uw bloedstollingswaarde – dit noemen we de INR-waarde – te hoog is. Als dit het geval is, dan bellen wij u op.
Inname van antistollingstabletten
Het is belangrijk om de antistollingsmedicijnen Acenocoumarol of Fenprocoumon ’s avonds rond 18:00 uur in te nemen. Ook moet u de dagelijkse hoeveelheid tabletten tegelijk innemen volgens het schema dat op uw doseerkalender staat.
Breng nooit zelf veranderingen aan in het voorgeschreven aantal tabletten!
Als u uw antistollingsmedicatie toch een keer bent vergeten en u merkt dit dezelfde avond, dan mag u de tabletten alsnog innemen. Ontdekt u dit pas de dag erna, dan mag u de tabletten niet meer innemen. Meld u dit dan direct of de eerst volgende werkdag bij de Trombosedienst. Zijn uw antistollingsmedicijnen op? Vraag dan via uw huisarts om een herhalingsrecept.
Doseerkalender
De doseerkalender ontvangt u per post van de Trombosedienst. Rechts op de doseerkalender staan uw persoonsgegevens, uw laatst gemeten INR-waarde, uw streefgebied en uw priklocatie. Aan de linkerkant staat precies aangegeven hoeveel antistollingsmedicijnen u op welke dag moet innemen. De controledatum (dat is de datum waarop wij u weer verwachten voor de bloedafname) staat hier onder. U vindt hier een voorbeeld van een doseerkalender.
Vul altijd de vragenlijst op uw doseerkalender in, onderteken deze en neem de lijst mee naar de priklocatie. U kunt de vragenlijst ook afgeven aan de prikster die bij u thuiskomt. U kunt de doseerkalender ook digitaal ontvangen als u een e-mail adres doorgeeft aan de Trombosedienst. U kunt dan altijd overal uw nieuwe doseerkalender inzien. Indien u verhinderd bent op de volgende controledatum, neemt u dan even contact op met de Trombosedienst. Wij maken dan een nieuwe afspraak met u.
Andere medicijnen
Als er iets wijzigt met betrekking tot uw medicatie (dit betreft ook pijnstillers, homeopathische middelen of vitaminepreparaten) meld u dit dan direct aan de Trombosedienst. Dit is noodzakelijk omdat deze medicijnen mogelijk van invloed zijn op de bloedstolling, waardoor het aantal tabletten moet worden aangepast.
Als pijnstiller mag u bij voorkeur Paracetamol gebruiken voor maximaal drie dagen. Bij gebruik van andere pijnstillers contact opnemen met de trombosedienst
Ingreep of onderzoek
Ondergaat u binnenkort een ziekenhuisopname, ingreep, onderzoek, tandheelkundige behandeling, vaccinatie of intramusculaire injectie? Meld u dit dan tijdig bij de Trombosedienst. Ook dient u bij uw behandelend arts na te vragen of en zo ja, hoelang u tijdelijk moet stoppen met het innemen van de antistollingsmedicatie.
Vakantie en reisadviezen
Overleg bij een vakantie naar het buitenland met uw behandelend arts of dit geen problemen voor uw gezondheid kan opleveren. Geef de geplande vakantie tijdig door aan de Trombosedienst. De Trombosedienst zorgt dan dat u de vakantiebrief samen met uw doseerkalender krijgt toegestuurd.
Raadpleeg ook onze algemene reisadviezen.
Bloedingen
Bij het gebruik van antistollingsmedicatie bestaat er een verhoogd risico op het krijgen van bloedingen. Zo kunt u bijvoorbeeld last krijgen van spontane blauwe plekken of van een neusbloeding. In dat geval dient u altijd direct contact op te nemen met de Trombosedienst. Gebeurt dit ‘s avonds, op een feestdag of in het weekend, neemt u dan de eerstvolgende werkdag contact op met de Trombosedienst.
Indien er echter een bloeding optreedt die ernstiger is (bijvoorbeeld een langdurige neusbloeding, bloed in de urine, bloed in de ontlasting, bloed ophoesten of een oogbloeding met gezichtsverlies) dan dient u ook buiten kantooruren contact op te nemen met de Trombosedienst, u wordt dan doorverbonden met de dienstdoende specialist.