- Zuyderland
- Specialismen en afdelingen
- Geboortecentrum
- Na de bevalling
- Voeding in het geboortecentrum
Voeding in het geboortecentrum
Je maakt zelf een weloverwogen keus om jouw baby borst- of flesvoeding te geven. Als je door omstandigheden uw baby geen borstvoeding kunt geven is flesvoeding een goed alternatief. In beide gevallen kun je van de verpleegkundige in het geboortecentrum alle begeleiding verwachten.
Borstvoeding is superieur aan kunstvoeding en is daarom een goede keuze. Dankzij uitgebreid onderzoek weten we nu dat borstvoeding wel degelijk verschilt van kunstvoeding.
Voordelen voor de moeder:
- De moeder heeft bij borstvoeding op eenvoudige wijze een direct lijfelijk contact.
- De voeding is overal zonder voorbereiding te geven.
- De voeding heeft een beschermende werking tegen borstkanker, eierstokkanker en broze botten (osteoporose) op latere leeftijd.
- Na de bevalling herstelt de baarmoeder sneller.
- De moeder komt weer gemakkelijk terug op haar oude gewicht.
- De menstruatie blijft waarschijnlijk langer uit.
Voordelen voor de baby:
- Met moedermelk verloopt de groei van de baby op een natuurlijke manier.
- Er is een optimale ontwikkeling van hersenen en zenuwstelsel.
- Moedermelk biedt een beschermende werking tegen onder andere maagdarmstoornissen, buikpijn, diarree, middenoorontsteking, longontsteking, bronchitis.
- Borstvoeding zorgt voor een goede ontwikkeling van mond- en kaakspieren.
- Met de borst worden tegelijkertijd het directe lichaamscontact, de lichaamswarmte van de moeder, haar vertrouwde geur en de voor de baby bekende geluiden aangeboden; ze verschaffen de baby een veilig gevoel en vertrouwen in de omgeving.
- Ook op langere termijn heeft borstvoeding invloed op de gezondheid van het kind: minder kans op allergische klachten, zoals eczeem en astma, suikerziekte, chronische darmziekten, hart- en vaatziekten en leukemie en overgewicht.
Op de kraamafdeling wordt u bij het geven van borstvoeding ondersteund door een verpleegkundige of een lactatiekundige van de afdeling. Ook zullen zij u uitleg geven over aanleggen, kolven etc. De baby wordt de eerste dagen elke 2 à 3 uur aan de borst gelegd, op het moment dat de baby vroege hongersignalen laat zien. Borstvoeding komt daardoor goed op gang. Baby’s die vaak drinken blijken ook minder vaak geel te worden en minder af te vallen. Door vaak aanleggen neemt de hoeveelheid moedermelk per keer snel toe. Sommige baby’s drinken meteen vanaf de geboorte goed aan de borst, de meeste baby’s hebben echter even tijd nodig om te wennen en te leren drinken.
Een paar tips:
- Zoek de houding die prettig is voor jouw en je baby
- De baby moet recht liggen (zijn oor, schouder en heup moeten op één lijn liggen) en moet zijn hoofdje niet hoeven draaien om de tepel te kunnen pakken
- Om de melkproductie goed op gang te brengen is het belangrijk om jouw baby vaak en zorgvuldig aan te leggen
Op de neonatologie/couveuse afdeling wordt u bij het geven van borstvoeding begeleid door zowel verpleegkundigen als ook door lactatiekundigen.
U krijgt informatie over het geven van borstvoeding en er wordt hulp geboden als borstvoeding niet vanzelf gaat, denk hierbij aan een te vroeg geboren baby of een zieke baby.
Ook bij een te vroeg geboren baby kun je al vroeg starten met oefenen van borstvoeding. Zodra het mogelijk is kun je buidelen met jouw baby. Bij buidelen wordt de baby bloot op uw blote huid gelegd en lekker warm toegedekt. Voor ouders en baby is dit een moment van pure ontspanning. Het lichaam van de moeder reageert op buidelen door meer melk te maken. Soms lekken de borsten een beetje moedermelk tijdens buidelen. Dat komt door de hormonen die vrijkomen in haar lichaam. Als de baby wat groter is kunt u hem met zijn mondje bij de tepel neerleggen. Hij zal dan gaan snuffelen, likken en misschien wat borstvoeding proeven. Als de baby groot en sterk genoeg is kan hij worden aangelegd.
Baby’s die sterk genoeg en stabiel zijn, kunnen direct aan de borst drinken. De kinderarts beslist of je baby zelf mag drinken. De meeste baby’s die op de neonatologie.
Een lactatiekundige is een professioneel opgeleide borstvoedingsspecialist. Ze bestudeert het proces en de praktijk van borstvoeding. Hiervoor maakt ze gebruik van relevante kennis van de menselijke lactatie, maar ook van kennis binnen andere terreinen zoals anatomie, fysiologie, immunologie, voedingsleer etc.
De meeste ouders zullen weinig problemen ondervinden bij het geven van borstvoeding. Soms zijn er echter omstandigheden waarbij ondanks hulp en advies van andere hulpverleners problemen ontstaan rondom het geven van borstvoeding. In zo’n geval kan de lactatiekundige met haar specialistische kennis hulp bieden. Lactatiekundigen zijn hiervoor speciaal opgeleid en kunnen u begeleiden en adviseren bij probleemsituaties rondom de borstvoeding.
Wanneer kunt u een lactatiekundige inschakelen?
- voorlichting en advies m.b.t. borstvoeding
- problemen bij het aanleggen van de baby
- het weigeren van de borst
- pijnklachten
- borstontstekingen
- onvoldoende melkproductie en/of onvoldoende groei van de baby
- ziekte of handicap van moeder of baby
- opnieuw beginnen met borstvoeding (relacteren)
Team lactatiekundigen:
Evelyn Rauwerda
Bea Jansen
Susanne Vogelzang
Raph Frijns
Mariska Thiemann