Neurochirurgie

Binnen het Academisch Neurochirurgisch Centrum Limburg worden meerdere behandelingen verricht. Een deel hiervan vindt alleen plaats in het Maastricht UMC+ (onder andere diepe hersenstimulatie, epilepsiechirurgie, hypofyse- en schedelbasischirurgie, kinderneurochirurgie, behandeling van pijn en spasticiteit).

Veel andere behandelingen worden ook in het Zuyderland MC verricht. Hieronder staan enige veel voorkomende ingrepen. Over veel van deze ingrepen is aanvullende informatie te vinden op de website van de Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie.

Hersentumoren kunnen zowel goedaardig als kwaadaardig zijn. De diagnose wordt in eerste instantie vaak gesteld na een hersenscan, maar om zeker te weten of een tumor goedaardig of kwaadaardig is, is weefselonderzoek nodig. Dit wordt afgenomen middels een operatie. Soms gebeurt deze operatie alleen om de diagnose te stellen, in dat geval wordt er via een kleine opening in de schedel beperkt weefsel weggenomen. Deze operatie noemen we een biopt. Het kan ook de bedoeling zijn om zoveel mogelijk afwijkend weefsel te verwijderen. In dat geval betreft het een grotere operatie waarbij tijdens de ingreep een luikje in de schedel moet worden gemaakt, dat aan het eind weer wordt teruggeplaatst.

De meest voorkomende goedaardige hersentumor is een meningeoom.

Kwaadaardige hersentumoren kunnen ontstaan vanuit het hersenweefsel zelf, of als uitzaaiing van een andere tumor. Na een operatie volgt dan vaak nog bestraling, en soms ook chemotherapie.

Hernia

Een hernia is een uitstulping van een tussenwervelschijf. Deze kan een pijnlijke zenuwprikkeling geven. Vaak gaat dit vanzelf over, maar als de klachten langer dan 6-12 weken aanhouden wordt vaak overgegaan tot een operatie. Behalve rughernia’s en nekhernia’s worden bij Zuyderland ook thoracale hernia’s geopereerd.

Stenose

Een stenose is een vernauwing van het wervelkanaal. Vaak komt dit door verdikking van bindweefsel. De klachten bij een lumbale stenose (in de onderrug) zijn anders dan bij een cervicale stenose (in de nek). De ingreep is echter vergelijkbaar, en bestaat uit het wegnemen van bot- en bindweefsel dat voor de vernauwing zorgt. Dit valt onder dezelfde neurochirurgische vakgroep.

Spondylodese

Soms is het nodig om een aantal wervels aan elkaar vast te zetten, bijvoorbeeld als er tussen deze wervels een abnormale beweeglijkheid bestaat. Twee van de meest voorkomende operaties hiervoor noemen we een PLIF (posterior lumbar interbody fusion), en een TLIF (transforaminal lumbar interbody fusion). Deze ingreep wordt uitgevoerd samen met de afdeling orthopedie.

Carpaal tunnelsyndroom (CTS)

Een CTS is een zenuwbeknelling (van de nervus medianus) ter hoogte van de pols. De diagnose wordt doorgaans bevestigd middels een zenuwgeleidingsonderzoek of een echo. Een van de behandelingen voor een CTS is een operatie waarbij onder lokale verdoving de zenuw wordt vrijgelegd. Deze ingreep duurt ongeveer 10 minuten en vindt plaats op de poliklinische OK (POK). Een gedetailleerde uitleg over deze aandoening en de behandeling vindt u op de website van de Nederlandse vereniging voor Neurochirurgie.

Sulcus nervi ulnaris syndroom (SNUS)

Een andere zenuw die soms bekneld raakt is de nervus ulnaris, en doorgaans gebeurt dit ter hoogte van de elleboog. Ook hier wordt de diagnose meestal bevestigd middels een zenuwgeleidingsonderzoek en kan deze beknelling middels een operatie onder lokale verdoving worden opgeheven. Deze ingreep duurt ongeveer 20 minuten en vindt plaats op het chirurgisch dagcentrum. Een gedetailleerde uitleg over deze aandoening en de behandeling vindt u op de website van de Nederlandse vereniging voor Neurochirurgie.

Plexus brachialis

De plexus brachialis is een vlechtwerk van zenuwen ter hoogte van de oksel en deze kan o.a. beschadigd raken bij de geboorte of door een ongeval.